Bel mij terug

Bel mij terug

Waarom wetenschappers geen grip krijgen op ‘Leiderschap’

Arvid Buit | 10 januari 2020

Vraag het een willekeurige CxO en ze zullen je vertellen dat onderzoek over leiderschap bestaat uit absolute nonsens. Hoe dat kan? Heel simpel: wereldwijd kampen wetenschappers met een hardnekkig probleem: ze krijgen CxO’s zelden zover dat ze deelnemen aan onderzoeken. Nu is onderzoek ook heel erg lastig, complex, langdurig en bovenal: extreem saai… Voeg daarbij de kwetsbaarheid van het onderwerp (je persoonlijkheid) en de meeste succesvolle mensen haken af. Het is inherent gekoppeld aan de (kwetsbare) karakters van leiders. Maar wat zijn daarvan nu de gevolgen?

“Die ontwikkeling baart mij misschien nog wel het meeste zorgen”

Waarom wetenschappers geen grip krijgen op ‘Leiderschap’ en 5 grote problemen die daardoor ontstaan.

Wetenschappers vervangen CxO’s door niet-leiders

 

Wetenschappers vervangen CxO’s door niet-leiders In o.a. het onderzoek van Janka Stoker (RUG) die regelmatig mag aanschuiven als ‘leiderschapsexpert’ zie je dit probleem opduiken. Bij gebrek aan boardroom kandidaten, gebruikt men in een onderzoek ’30 management-teams bij een grote verzekeraar met 137000 medewerkers). Maar zo werkt het natuurlijk niet. Leiders en managers zijn totaal verschillende mensen, met een compleet andere leergeschiedenis. Wat gebeurt er dus? Men onderzoekt het gedrag van olifanten door giraffes te interviewen. De uitkomst? Olifanten hebben veel last van hun nek…

Wetenschappers vragen het individu naar een wenselijke situatie voor het collectief

 

Zelden zijn wetenschappers zélf ooit leider geweest. Leider volgens de kloppende definitie, als ‘eindverantwoordelijk voor de strategie van een collectief’. Vanuit een confirmation bias (namelijk die van slachtoffer van ‘slechte leiders’) zoekt men naar oplossingen. Wanneer je vraagt aan een medewerker of het zal helpen als de baas ‘vriendelijker is’, ‘meer vrije tijd geeft’, ‘zelf besluiten laat nemen’ etcetera; dan zal het antwoord altijd ‘JA’ zijn. Maar dat betekent niet dat het individuele antwoord een bijdrage kent voor het collectieve belang. En daarover gaat een leider. Onderzoek zou dan ook moeten gaan over collectief resultaat, en niet over individuele beleving van het proces. Het proces maakt immers onlosmakelijk deel uit van het resultaat.

 

Wetenschappers weigeren structureel om onwenselijke uitkomsten van anderen mee te nemen in hun eigen onderzoek

 

Een prachtig voorbeeld is het vrouwenquotum. Uit bijzonder breed en langdurig onderzoek, blijkt in de Scandinavische landen a) dat een quotum zorgt voor meer duidelijke gendervoorkeuren, b) dat vrouwen helemaal niet méér vrouwen aannemen, maar zelfs minder en c) dat kwaliteit niet gekoppeld is aan sexe, maar aan een complex spectrum van eigenschappen. Waaronder bijvoorbeeld een score op ‘toegeeflijkheid’, ‘acceptatie’ en ‘dominantie’. Door dit structureel te negeren, wordt op kinderlijke wijze een hetze gevormd, waar politici dolgraag op inspelen. Voor persoonlijk gewin. ‘De ene hand, wast de andere’. Schandelijk natuurlijk, want met wetenschap heeft dit alles níets te maken.

 

Wetenschappers maken zich er ‘makkelijk vanaf’

 

Je hebt een hypothese. Liefst een beetje gebaseerd op literatuuronderzoek óf kennis van de doelgroep, maar goed: je hebt dus een concept. Vervolgens hoort daar een gevalideerde vragenlijst bij, een goede (representatieve) doelgroep, statistische analyses, foutcorrecties, beschrijvingen van alle facetten van het onderzoek. Lang verhaal kort: een beetje goed onderzoek duurt al snel 4 jaar. Hoogleraren willen graag publiceren, en zuigen daardoor de meest vodderige onderzoeken uit hun duim die bij een beetje kritisch navragen werkelijk flinterdun zijn. Prof. van den Brink (Radboud) maakte zich hier o.a. schuldig aan. Op vragen en kritische remarks komt geen antwoord. Men wil graag een gelijk bevestigen, maar niet ingaan op de fundamentele fouten die onderdeel zijn van een compleet verzonnen werkelijkheid. Zelfs communicatie medewerkers weigeren op openbare en/of persoonlijke verzoeken tot duiding in te gaan. (Zie: Reactie artikel Radboud Recharge Prof. Marieke van den Brink)

 

Wetenschappers worden gek genoeg ingezet als ‘docenten’ en ‘experts’

 

Er is tegenwoordig een hele perverse prikkel voor wetenschappers. Het lezingen circuit biedt al snel 2500,- tot 5000,- euro voor een uurtje Powerpointen, en vergeet daarbij ook niet het belang van applaus. Erkenning speelt een grote rol in de karakters van leiders, maar laten we daarbij niet voorbij lopen aan de wetenschappers zelf. Grote ‘business-universities’ verdienen grof geld aan allerlei cursussen met niet-bestaande onderwerpen als ‘persoonlijk leiderschap’ of ‘agile strategy development’. De financiële en persoonlijke voordelen die hierbij worden genoten doen niet alleen afbreuk aan de wetenschappelijke onderzoeken, ze beïnvloeden hen direct. Want hoe wenselijker de uitkomst, des te beter is de verkoop. Die ontwikkeling baart mij misschien nog wel het meeste zorgen.

 

Meer weten? Neem contact met me op of klik hier voor meer artikelen en podcasts.